June 9, 2020

Aanvullende inspraakreactie Garda en Willem Meerdink


Inspraakreactie n.a.v. oproep in Nieuwsbrief van 29 mei j.l., waarin College meldt dat het de Raad De uitbreiding van het Bedrijventerrein Melle Grietjespad en de realisatie van een verbindingsweg tussen Reeweg en dat terrein voorstelt.


Nadat aan verschillende mensen, die vroegen naar plannen voor de Banckspolder, al een aantal keer was verteld dat er niets te gebeuren stond, blijkt nu toch dat die mededelingen niet met de waarheid stroken. In één geval werd nog dezelfde dag die ontkenning gevolgd door een bevestiging op schrift dat er wel degelijk het een en ander in de pijplijn zat. Getuigt niet van transparantie en/of behoorlijk bestuur!

In een wat summiere tekening wordt in de Nieuwsbrief nr. 21 duidelijk gemaakt wat de plannen zijn:
  • Uitbreiding industrieterrein, let wel: Industrie (op Schiermonnikoog??)
  • Ontsluitingsweg (indicatief)
  • Buslus
  • Groene omkadering, waarmee het industrieterrein van “schaamgroen” wordt voorzien.
  • Verplaatsing Antennemast

Het waarom van uitbreiding bedrijventerrein en aanleg verbindingsweg.
  • Eén ontsluitingsweg is onveilig. Aanleg van een tweede weg is nodig voor een extra ontsluiting van bedrijventerrein en/of kampeerboerderij. Op het moment dat op de toegangsweg naar het bedrijventerrein zich een calamiteit voordoet of dat er onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden zijn de bedrijven en de (kampeer)boerderij niet bereikbaar voor de hulpdiensten en het bestemmingsverkeer.

    • Dit argument lijkt op het eerste gezicht valide, totdat je je realiseert dat het om Schiermonnikoog gaat. Natuurlijk is ook op Schiermonnikoog de bereikbaarheid van hulpdiensten van cruciaal belang, maar die is gegarandeerd omdat de eilander brandweer en hulpdiensten ook vandaag de dag al overal moeten kunnen komen en ook daadwerkelijk komen als de nood aan de man is; wat dacht je van rijplaten bij herstelwerkzaamheden en wat dacht je van door het weiland heen rijden bij groot gevaar of indien er doden dreigen te vallen; hoe kunnen anders vergunningen worden verleend voor een Monnikenloop en een ‘devils trail’?
      Het komt ons voor dat de kosten die eventueel gemoeid zijn met een noodvoorziening of duin- dan wel weilandherstel niet op wegen tegen de kosten van de aanleg van een verbindingsweg.
    • Weinig transparant en zelfs stiekem is wel dat het College noch voor de uitbreiding van het terrein zelf, noch voor de aanleg van de weg met de eigenaren van de grond heeft gesproken; dat zou de positie van de gemeente enigszins versterkt kunnen hebben, maar het verleden valt niet verbeteren. Dan maar open kaart spelen zal het College gedacht hebben, maar ook nu schort er zoveel aan de procedure en inhoud van het plan/voornemen dat het verkrijgen van draagvlak voor ervoor uiterst minimaal is.

  • Kans voor een autovrij centrum.
  • Autovrij? Dat verbaast ons zeer. Wat bedoelt het College daarmee. Het verkeert toch niet in de veronderstelling dat het Centrum, wat dat ook mag zijn, na realisering van de voornemens geheel autovrij zal zijn. Zelfs niet een beetje. Daar moet meer voor gebeuren.
  • Hoe wil het College bereiken dat alle overbodige bewegingen van alle bedrijfsauto’s worden uitgebannen in bijv. De Middenstreek en wat is dan precies de begrenzing van wat centrum wordt genoemd. Zijn daar geen oplossingen voor te bedenken die de eilanders minder geld kosten dan de aanleg van een weg? Te denken valt aan:
    • Elektrische bakfietsen, al in de vorige raadsperiode gesuggereerd en door ons ook al bepleit in onze eerdere reactie;
    • Invoering van venstertijden; ook afgeschoten door oppositie en bedrijven;
    • Eventueel éénrichtingverkeer door Langestreek en Middenstreek.
  • Desalniettemin blijft de vraag wat wordt verstaan onder centrum in een dorp dat nauwelijks een centrum kent – eigenlijk alleen maar een T-kruising met wat reuring. Een duidelijke afbakening wordt niet gegeven. Belangrijker is nog waarom het centrum autovrij zou moeten worden gemaakt; is er überhaupt sprake van een probleem en als dat al zo is hoe is dat probleem geanalyseerd en wat zijn de aangrijpingspunten voor een bruikbare oplossing van dat (in onze ogen) niet bestaande probleem. Gaat het eigenlijk alleen maar om de drukte van voetgangers, fietsers, tw weinig fietsenstalling en soms wat bus- en autoverkeer op de T-splitsing Nieuwestreek-Middenstreek-Reeweg.

    Verplaatsing of realisatie van een tweede supermarkt bijv. in de huidige busremise aan de Oosterreeweg zou al veel van die drukte oplossen.

  • Zwaar verkeer slecht voor de fundering: Daarnaast speelt een andere probleem. Veel verkeer wordt zwaarder. De fundering van de huizen in het oude dorp zijn daar niet goed tegen bestand. Aan de Middenstreek staan de huizen dicht op de weg. Trillingen en scheurvorming zijn nu al een probleem en dit kan toenemen.
    • Kennelijk speelt dit probleem alleen in de Middenstreek. En inderdaad is uit daarop gericht onderzoek gebleken dat de huizen in de Middenstreek trillingen ondervinden van met name de bussen en wellicht ook ander zwaar verkeer. Als het alleen daar om gaat zou ook volstaan kunnen worden met de instelling van enerzijds éénrichtingverkeer in de Middenstreek en anderzijds een absoluut verbod om auto’s, ook bedrijfsauto’s van de plaatselijke bedrijven, voor langer dan vijf minuten en in ieder geval tijdens de boottijden stil te zetten; parkeren is al niet toegestaan.  Nog beter is het om met het bedrijfsleven bindend af te spreken om andere vervoermiddelen te gebruiken. Voor de distributie van goederen op het eiland is het – me dunkt- handiger om een OVERSLAG te realiseren op het bedrijventerrein bij de Veerdam (Omrin-terrein) waar dan ook bedrijven in een zwaardere milieucategorie een plek zouden kunnen krijgen.

  • Vraag naar bedrijventerrein: Bedrijven vragen met enige regelmaat naar grond ten behoeve van hun bedrijf. De verschillende bedrijven zijn nu nog steeds gevestigd in het dorp zelf en geven irritaties en klachten bij omwonenden.
    • Ongetwijfeld zullen omwonenden af en toe hinder ondervinden van in hun aanwezige bedrijven. Maar er moet dan wel bij verteld worden om hoeveel vraag het gaat en welke bedrijven dat zijn. Wanneer het gaat om een winkel sec is dat iets anders dan een bedrijf met winkel. Op het huidige bedrijventerrein zijn al een paar van dergelijke combinaties gevestigd. En waarom zou er dan niet nog een bij kunnen op de plek van de waar nu de manege nog staat. Iets anders is dat het bestaande terrein zou moeten worden uitgebreid. Dat is voor de vestiging van die een of twee bedrijven niet nodig. Dat is alleen nodig omdat het College in zijn wijsheid ook maar voorstelt om de busremise naar die plek te verplaatsen onder het mom dat de bestaande remise te klein is. Dat is al weer een leugentje.
      De remise is niet te klein; de remise is van Arriva en daar zit de kneep. De Provincie wil niet afhankelijk zijn van Arriva en wil zelf een remise. Daar was een heel geschikte locatie voor gevonden aan de Knuppeldam, alleen wil het College om hem moverende, troebele, redenen daar van af. Er is geen enkele noodzaak om de remise op het MG-terrein te vestigen. Dat wordt nog eens bevestigd door een kaartje (Bijlage E) dat bij het voorstel aan de raad is gevoegd. Buro Búgel heeft een vlakje aan de zuidzijde van het terrein voor de diensten grijs gekleurd; dat vlakje is veel groter en ruimer dan het gebied dat thans, ook zichtbaar op dat kaartje, in beslag wordt genomen door de huidige busgarage en omringend terrein. Ook de bij het voorstel gevoegde bijlagen D-1 en D-2 maken niet duidelijk dat de geplande nieuwbouw per se naar het Zuiden verschoven en daarmee wat ingekrompen moet worden.
    • Graag vernemen wij welke bedrijven zich hebben gemeld, hoeveel oppervlakte daar voor nodig is en welke noodzaak er is om de busremise per se op het MG-terrein te realiseren.  Provincie en de operationele afdeling van Arriva vinden het niet nodig; met een locatie aan de Knuppeldam kan het huidige routeschema uitstekend worden uitgevoerd. Het College bepaalt de locatie volgens zegslieden bij zowel Provincie als Arriva, dus we nodigen u uit om met de voor het College orslaggevende argumenten voor de dag te komen. Het gaat toch niet om een argumentatie in de trant van: “Wij willen dat nu eenmaal”. Het College zal met deugdelijke en rationele argumenten moeten komen. Die hebben we tot nog toe nergens kunnen lezen of horen. Argumenten als ‘hinderlijk’ voor de bewoners van de straks nieuw te bouwen woningen zijn niet acceptabel omdat de raad vrij recentelijk een bestemmingsplan heeft vastgesteld waarin de nieuw te bouwen woningen en busremise heel goed samen gingen.

  • Uitbreiding al gepland: Het bedrijventerrein Melle Grietjespad is bedoeld voor bedrijven met een beperkte milieubelasting. De bedrijven, die vragen om een plekje op het bedrijventerrein, voldoen hieraan. Een uitbreiding van het Melle Grietjespad was al voorzien in de Structuurschets uit 2005.
    • Er was in het structuurplan (het begrip ‘plan’ is toch net wat zwaarder dan -schets, vanwege de zwaarte van de procedure en zo staat het ook vermeld op ruimtelijkeplannen.nl) van 2005 wel meer voorzien, waarvan later toch is gezegd dat het maar niet moest doorgaan. De woningbouw aan de Heereweg en Oosterreeweg is er ook anders uit komen te zien: geen woonbebouwing aan de Heereweg en aan de Oosterreeweg wat meer naar het Noorden! In het structuurplan is tevens een plek bij de Veerdam aangegeven als ‘optie voor de uitbreiding bedrijventerrein t.b.v. uitbreiding c.q. verplaatsing bedrijven’. Die stond ook in het structuurplan.
      Wij missen een afweging tussen de beide bedrijfslocaties. Lijkt ons toch vrij normaal dat in een voorstel aan de raad beargumenteerd wordt aangegeven waarom de ene locatie de voorkeur zou verdienen boven de andere. Het komt ons voor dat dat niet alleen te maken heeft met het beter kunnen inpassen. Juist plaatsing van wat andere bedrijven bij de Veerdam zou de gelegenheid bieden het hele terrein daar beter in het groen te zetten of anderszins (met een lage wal of zo) in te passen.
    • De negatieve indruk bij aankomst vanaf de boot is er nu ook al en zelfs vrij hard; desondanks heeft de gemeente geen plannen om daar wat aan te doen en misschien komt dat omdat er maar weinig toeristen zijn die zich daar echt aan storen; we weten alleen van een ANWB-consulent dat het hem opviel. Toch vreemd dat het College zich nu druk maakt om iets waar de gemiddelde toerist niet of nauwelijks over klaagt. Niets staat het College in de weg om het terrein aan de Veerdam wat op te schalen qua beleving.
    • Wat nu dreigt is dat de Banckspolder wordt vernield en dat het terrein bij de Veerdam er net zo blijft bij liggen als nu al het geval is; dat zijn dan twee gemiste kansen in één klap.
    • Overigens doet het wat gekunsteld aan dat het College verwijst naar een structuurplan uit 2005, terwijl een aanzet tot herijking van de overwegingen die indertijd tot de doelen en vergezichten in dat plan hebben geleid niet overwogen wordt. Dat zou o.i. voor de hand hebben gelegen nu het College het aandurft een project dat in 2012 een rumoerige dood is gestorven weer uit de kast te halen.
      Bij herziening van het structuurplan moet na gegaan worden wat is er allemaal is veranderd in de samenleving en economie van Schiermonnikoog sinds 2005. De gemeente zou bij zo’n herziening kunnen ingaan op die veranderingen en na afweging van de opnieuw gedefinieerde belangen een nieuw koers kunnen uitzetten. Om een peer in het oog springende veranderingen met ruimtelijke implicatie te noem:
      • Alle bedrijven op het eiland rijden met meer auto’s dan in 2005, er zijn bedrijven nieuw bij gekomen, maar de werknemers gaan nog steeds voor elk wissewasje terug naar de basis en om 9.30 u. naar huis om koffie; daar zouden ook andere maatregelen voor getroffen of afspraken over vastgelegd kunnen worden dan de bedrijven en hun werknemers te bedienen met een verbindingsweg;
      • Het toerisme is sterk genomen; was een aantal van 300.000 toeristen in 2005 een  bijna niet te overtreffen maximum, thans wordt het gepresenteerd als minimum streefgetal;
      • De woningnood onder jongeren is toegenomen; heeft op zich niets te maken met een bedrijventerrein of een verbindingsweg maar leidt er wel toe dat de jongeren elders hun heil zoeken en dat de eilander bedrijven steeds meer afhankelijk worden inkomende pendel; op den duur zouden de eilander bedrijven over kunnen gaan in handen van ondernemers van de overkant; hoe kijkt het College daar tegen aan?
      • De horeca kampt met problemen omdat jongeren van de wal en van het eiland er niet meer tegen het minimumloon willen werken en slecht gehuisvest worden; het eiland heeft zijn aantrekkingskracht op de jeugd van de wal verloren;
      • Er is nog maar één supermarkt; dat betekent concentratie voor het doen van dagelijkse boodschappen aan begin van de Middenstreek tot en met de bakkerij; misschien dat de gemeente ruimte moet bieden aan en wellicht mee moet werken aan een tweede supermarkt op het eiland om de klanten wat meer te spreiden.
      • Een ander fenomeen dat een hoge vlucht heeft genomen is het on-line bestellen en bezorgen van allerlei goederen, zelfs tot fresh-maaltijden aan toe.


        Een heroverweging van de doelstellingen in het structuurplan zou om bovenstaande trends en ontwikkelingen zeker op zijn plaats zijn geweest; niet alleen een verwijzing naar een onderdeeltje uit dat plan.

  • Busgarage moet verhuizen: De busgarage aan de Oosterreeweg is niet groot genoeg om alle bussen te stallen. Bussen gaan langer mee als je ze tussendoor in een garage zet.
  • In 2017 heeft de gemeenteraad besloten te onderzoeken of het mogelijk is een nieuwe garage te bouwen aan de Knuppeldam, achter de brandweer- en ambulancegarage. In 2018 besloot de gemeenteraad te onderzoeken of het mogelijk is ten oosten van het dorp (in het verlengde van de Dominee Hasperstraat en Martha Karststraat) nieuwe woningen te bouwen. Bij de uitwerking van de plannen is duidelijk geworden dat de omvang van het terrein van de busgarage te klein is. Om dit probleem op te lossen zal het woningbouwgebied verkleind en de stedenbouwkundige opzet gewijzigd moeten worden. Dit vinden wij ongewenst. De gemeenteraad heeft in 2017 ook gezegd dat de bouw van een busgarage het bouwen van woningen niet in de weg mag zitten. Dat zou nu wel gebeuren.
    • De busgarage of -remise is niet te klein, althans daar zit het probleem niet. De busgarage is van Arriva en daarom wil de Provincie, in verband met vrijheid van keuze bij de nieuwe concessie 2023. De keuze was gevallen op de Knuppeldam, ook nadat bekend was dat er ten zuiden van de die locatie woningen zouden worden gebouwd.
    • Hier is echt sprake van een gelegenheidsargument. Wat de Provincie betreft mag de remise ook worden uitgevoerd als overkapte stalling; dan is er geen noodzaak het aanpassen van de stedenbouwkundige inrichting van het woongebied; een stedenbouwkundige inrichting die overigens nog niet eens aan de orde was toentertijd.
    • Zie overigens wat we hier onder het kopje Vraag naar Bedrijventerrein al over gemeld hebben.

  • Aantal verkeersbewegingen blijft gelijk: Volgens het huidige bestemmingsplan kan de busgarage op het Melle Grietjespad gebouwd worden. Voordeel hiervan is dat het aantal verkeersbewegingen van bussen ongeveer hetzelfde blijft.
    De optie om de busgarage onder te brengen bij een transportbedrijf aan de Veerweg is drie jaar geleden gesneuveld omdat dan de verkeersbewegingen fors toenemen, doordat de bussen altijd vertrekken en eindigen in het dorp.
  • Voor de vestiging van bedrijven bij de Veerdam geldt dat hierdoor het aantal verkeersbewegingen tussen het dorp en de Veerdam zal toenemen door de bedrijvigheid, maar ook doordat inwoners gebruik maken van de winkelfunctie, die de bedrijven hebben.
    • Waar haalt het College de stelligheid vandaan waarmee beweerd wordt dat het aantal verkeersbewegingen niet toe neemt. Wij hebben andere informatie nl. dat de routering compleet anders moet en dat daarmee het aantal af te leggen kilometers voor de bussen toeneemt en dat daarmee dus ook meer tijd gemoeid is. Wanneer het College in de aanloop naar dit voorstel de moeite had genomen overleg te plegen met de mensen die er dagelijks mee te maken hebben, de buschauffeurs, dan had het geweten dat het aantal verkeersbewegingen in en buiten het dorp niet afnemen door een locatie oip het MG-terrein. Ook het aantal verkeersbewegingen van de bedrijfsauto’s zal niet afnemen, domweg omdat de medewerkers van die bedrijven daar niet wonen. Het is een redenering die geen steek houdt.
    • Eerder hebben we al gemeld dat de overstap op elektrische bakfietsen een schonere en duurzamere oplossing biedt dan een verbindingsweg en rijverboden, maar dan moeten de medewerkers uit hun auto gepraat worden; je zou er wel een voorbeeld mee worden voor andere eilanden.

  • De winkelfunctie van het bouwbedrijf: Die functie maakt dat de herplaatsing van dat bedrijf dicht bij het dorp moet plaats vinden.
    • Over andere bedrijven wordt niet gesproken; kennelijk is dat het enige bedrijf waarmee gesproken is.

  • NB! Buslus, C-2000 mast.
  • Om de een of andere reden worden de buslus en de C-2000 mast  niet genoemd, maar ze staan wel ingetekend!!!!
  • Zowel de buslus als de mast worden gerealiseerd op nieuwe plekken. Ook hierover heeft geen enkel overleg met de eigenaren plaats gevonden; ook wordt niet gemotiveerd dan wel beschreven wat nut en noodzaak hiervan is. We vinden dit onbegrijpelijk en eigenlijk getuigen van onbehoorlijk bestuur.
    • Graag vernemen wij van het College hoe het een en ander ziet. En hoe het deze zaken uitlegt aan de raad.

  • De geboden tijd om te reageren
    • De tijd die de burger krijgt om te reageren op dit voornemen is brutaal kort, maar dat niet alleen, het bericht wordt gepubliceerd vlak voor de Pinksteren en in een tijd waar het, als gevolg van een rondwarend virus, toch nog vrij lastig overleggen is voor die burgers die met elkaar willen overleggen hoe ze met dit voornemen om moeten gaan. Er wordt een termijn gehanteerd van slechts veertien dagen (tussen 29 mei en 12 juni). Dat is in afwijking van wat in deze gemeente normaal aan termijn wordt gehanteerd, nl. zes weken.
    • Het college heeft verzuimd de raad een besluit voor te leggen om de termijn van inspraak in te korten; dat hoort wel volgens de Awb. Een termijn van vier weken zou dan acceptabel zijn. Nu het echter om een vrij ingrijpende ruimtelijke ingreep gaat ligt een termijn van zes weken meer voor de hand. Zie de regels omtrent de uitgebreide voorbereidings-procedure die op dit voornemen van toepassing is.


NB! Deze reactie komt als aanvulling op de eerdere reactie.

Garda en Willem Meerdink
Langestreek